Profetie in de Bijbel

Profetie

Landbelofte aan Izak

Genesis 26:1-6 | Webmaster3 | ingevoerd: 27-02-2013 | gewijzigd: 27-02-2013
Profeet: God | Geadresseerde: Izak
Trefwoorden: Landbelofte, Izak, Filistijnen, Gerar

Samenvatting

God vertelt dat het land waar Izak verblijft van hem en zijn nageslacht zal zijn.

Bijbeltekst

1 Er kwam hongersnood in het land, een andere dan de eerste hongersnood, die er in de dagen van Abraham geweest was. Daarom ging Izak naar Abimelech, de koning van de Filistijnen, naar Gerar.
2 Toen verscheen de HEERE hem en zei: Trek niet naar Egypte, maar woon in het land dat Ik u noemen zal.
3 Verblijf als vreemdeling in dit land. Ik zal dan met u zijn en u zegenen, want aan u en uw nageslacht zal Ik al deze landen geven. Ik zal de eed gestand doen die Ik Abraham, uw vader, gezworen heb.
4 Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden,
5 omdat Abraham Mijn stem gehoorzaamd heeft en Mijn voorschriften, Mijn geboden, Mijn verordeningen en Mijn wetten in acht genomen heeft.
6 Zo bleef Izak in Gerar wonen.

Uitleg

Vanwege een hongersnood is Izak gaan wonen in de Filistijnse stad Gerar. Daar verschijnt God aan hem, die hem opdraagt niet verder te trekken naar Egypte. God vertelt Izak dat het land waar hij nu als vreemdeling woont van hem en zijn nageslacht is. Ook vertelt God dat de belofte die Abraham kreeg (groot nageslacht, zegening voor de aarde) ook voor Izak zal gelden.

Vervuld: ja

Het verre nageslacht van Izak woont nu in Israel.

Gerelateerde profetieën

Landbelofte aan Abram (Gen. 12:1-7)
Landbelofte aan Jakob (Gen. 28:10-14)