Profetie in de Bijbel

Profetie

God zal met de mond geëerd worden, maar niet met het hart

Jesaja 29:13-14 | Webmaster3 | ingevoerd: 09-03-2015 | gewijzigd: 09-03-2015
Profeet: Jesaja | Geadresseerde: schriftgeleerden, Farizeeën, discipelen
Trefwoorden: schriftgeleerden, Farizeeën, hart, Jezus

Samenvatting

Jesaja profeteert over mensen die zeggen dat ze God eren, maar dat in hun hart niet doen. Jezus zeg dat dit betrekking had op de schriftgeleerden en Farizeeën.

Bijbeltekst

13 De Heere zei:
Omdat dit volk tot Mij nadert met zijn mond
en zij Mij eren met hun lippen,
maar hun hart ver van Mij houden,
en hun vrees voor Mij
slechts een aangeleerd gebod van mensen is,
14 daarom, zie, ga Ik verder
met wonderlijk te handelen met dit volk, wonderlijk en wonderbaar;
want de wijsheid van zijn wijzen zal vergaan
en het verstand van zijn verstandigen zal zich verbergen.

Uitleg

Jesaja beschrijft hier mensen die met de mond God eren, maar hun hart ver van God houden. Rituelen die uitgevoerd worden zonder dat het hart uitgaat naar God, zijn een belediging voor God. Ook heeft Jesaja dat deze mensen slechts aan aangeleerd gebod van mensen volgen. Van mensen die zo handelen zal de wijsheid vergaan het zal het verstand zich verbergen.

Vervuld: ja

Jezus zegt in Mattheus 15:1-9 dat deze profetie betrekking heeft op de schriftgeleerden en Farizeeën. Die kwamen naar Jezus met de beschuldiging dat Zijn leerlingen zich niet aan de regels hielden (ze wasten hun handen niet voor het eten). Jezus reageert door te zeggen dat ze zelf met de mond God eren, maar niet met het hart. Ook wijs Hij erop dat de regel om de handen voor het eten te wassen slechts een gebod is dat door mensen bedacht is (het gebod gold wel voor priesters die rein moesten blijven maar uit angst om verontreinigd te worden hadden de schriftgeleerden het uitgebreid tot alle joden).

We lezen niet dat Jezus de schriftgeleerden en Farizeeën heeft kunnen overtuigen. Sterker nog: de geleerden zouden later een grote rol spelen in de veroordeling van Jezus. Ook de woorden "de wijsheid van zijn wijzen zal vergaan en het verstand van zijn verstandigen zal zich verbergen" zijn dus in vervulling gegaan.