Profetie in de Bijbel

Profetie

Slavernij in Egypte voorspeld

Genesis 15:13-14 | Webmaster3 | ingevoerd: 12-10-2012 | gewijzigd: 12-05-2018
Profeet: God | Geadresseerde: Abram
Trefwoorden: Egypte, Abram, Abraham, God, onderdrukking

Samenvatting

God zegt tegen Abram dat zijn nakomelingen in een vreemd land zullen wonen en daar vierhonderd jaar onderdrukt worden.

Bijbeltekst

13 Toen zei God tegen Abram: Weet wel dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet van hen is; zij zullen hen dienen en men zal hen vierhonderd jaar onderdrukken.
14 Maar ook zal Ik over het volk dat zij zullen dienen, rechtspreken en daarna zullen zij met veel bezittingen wegtrekken.

Uitleg

God zegt tegen Abram dat zijn nageslacht een tijd als vreemdelingen in het buitenland zullen wonen. Ze zullen er vierhonderd jaar onderdrukt worden. Duidelijk wordt gedoeld op Egypte. God zal rechtspreken over Egypte (het wordt gestraft door een groot aantal plagen) en het volk zal met veel bezittingen Egypte verlaten.

Vervuld: ja

De kleinzoon van Abram trekt met zijn familie naar Egypte, woonde er, werd onderdrukt en heeft het land als een volk verlaten. Volgens Galaten 3:17 hebben de Israëliërs 430 jaar in Egypte gewoond. God zegt dat de onderdrukking 400 jaar duurde. Kennelijk leefde de familie 30 jaar in vrijheid.

Opmerkingen

In de Bijbel wordt Abraham één van de vrienden van God genoemd. Ook Mozes en Daniël waren dat en Johannes wordt door Jezus de geliefde discipel genoemd. Interessant om te zien dat juist zij te horen krijgen wat God van plan is.