God vertelt waar de duivel vandaan komt en wat zijn lot is
Profeet: Ezechiël | Geadresseerde: Israel
Trefwoorden: duivel, satan, Tyrus, Libanon
Samenvatting
Ezechiël profeteert over de koning van Tyrus. Maar wie goed leest, ziet dat het over de duivel gaat. Waar komt hij vandaan en wat is zijn lot?
Bijbeltekst
12 Mensenkind, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus, en zeg tegen hem: Zo zegt de Heere HEERE:
U, toonbeeld van volkomenheid,
vol wijsheid en volmaakt van schoonheid,
13 u was in Eden, de hof van God.
Allerlei edelgesteente was uw sieraad:
robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx
en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud.
Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u.
Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed.
14 U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt.
Daarvoor heb Ik u aangesteld.
U was op Gods heilige berg,
u wandelde te midden van vurige stenen.
15 Volmaakt was u in uw wegen,
vanaf de dag dat u geschapen werd,
totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd.
16 Door de overvloed van uw handel
vulde men uw midden met geweld,
en ging u zondigen.
Daarom verbande Ik u van de berg van God,
en deed Ik u verdwijnen, beschermende cherub,
uit het midden van de vurige stenen.
17 Vanwege uw schoonheid werd uw hart hoogmoedig,
u richtte uw wijsheid te gronde vanwege uw luister.
Ik wierp u ter aarde, Ik stelde u voor koningen,
opdat zij op u neer zouden zien.
18 Vanwege de overvloed van uw ongerechtigheden door uw oneerlijke handel
ontheiligde u uw heiligdommen.
Daarom deed Ik een vuur uit uw midden oplaaien,
en dat verteerde u.
Ik maakte u tot een hoop as op de grond
voor de ogen van allen die naar u keken.
19 Allen onder de volken die u kennen, zijn ontzet over u.
U bent een voorwerp van verschrikking geworden
en u zult niet meer bestaan tot in eeuwigheid.
Uitleg
Als je het opschrift en de eerste regels van deze profetie leest, denk je dat deze profetie over de koning van Tyrus gaat (een stad in Libanon). Maar al snel duiken er eigenschappen op, die een aardse koning niet heeft. Het lijkt hier te gaan om bijzonder engel: de duivel.
We lezen dat de duivel is geschapen als een wijs en mooi wezen. In vers 14 lezen we dat het om een cherub (engel) gaat. En niet zomaar een, maar een die toegang had tot Gods heilige berg. De functie van deze engel had kennelijk iets met muziek te maken. Hij wordt in verband gebracht met tamboerijn en fluiten.
Vers 15, 16 en 17 gaan over de val van de duivel. Deze engel ging zondigen, werd hoogmoedig en werd op aarde gegooid.
Wat in het laatste gedeelte van vers 17 wordt beschreven, en verder, is nog niet gebeurd. We lezen dat God een vuur ontsteekt in de duivel en dat hij een hoop as wordt en een voorwerp van verschrikking en dat de duivel niet meer zal bestaan.
Vervuld: gedeeltelijk
De duivel is nog niet door vuur verteerd.
Opmerkingen
Kennelijk is "koning van Tyrus" een van de (bij)namen van de duivel.