Profetie in de Bijbel

Profetie

David beschrijft het Messiaanse rijk

Psalm 145:8-20 | Webmaster3 | ingevoerd: 14-02-2018 | gewijzigd: 21-11-2021
Profeet: David | Geadresseerde: Israël
Trefwoorden: Messiaanse rijk, David

Samenvatting

David beschrijft het Messiaanse rijk.

Bijbeltekst

8 Genadig en barmhartig is de HEERE, cheth
geduldig en groot aan goedertierenheid.
9 De HEERE is voor allen goed, teth
Zijn barmhartigheid rust op al Zijn werken.
10 Al Uw werken zullen U loven, HEERE; jod
Uw gunstelingen zullen U danken.
11 Zij zullen de heerlijkheid van Uw Koninkrijk in herinnering roepen kaph
en van Uw macht spreken,
12 om de mensenkinderen Zijn machtige daden bekend te maken, lamed
de glorierijke heerlijkheid van Zijn Koninkrijk.
13 Uw Koninkrijk is een Koninkrijk van alle eeuwen, mem
Uw heerschappij omvat alle generaties.
14 De HEERE ondersteunt allen die vallen, samech
Hij richt alle gebogenen op.
15 De ogen van allen wachten op U, ain
U geeft hun hun voedsel op zijn tijd.
16 U doet Uw hand open pe
en verzadigt al wat leeft, naar Uw welbehagen.
17 De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, tsade
goedertieren in al Zijn werken.
18 De HEERE is allen nabij die Hem aanroepen, koph
allen die Hem in waarheid aanroepen.
19 Hij vervult het verlangen van wie Hem vrezen, resj
Hij hoort hun hulpgeroep en verlost hen.
20 De HEERE bewaart allen die Hem liefhebben, sjin
maar Hij vaagt alle goddelozen weg.

Uitleg

Deze psalm van David lijkt op het eerste gezicht een 'gewoon' loflied. Als je het lied wat beter leest, blijken niet alle beloften erin vervuld te zijn, en blijkt het een profetisch lied te zijn. Het lijkt erop dat deze psalm vertelt hoe het eraan toegaan nadat het Messiaanse rijk is begonnen.
Aan degenen die God vrezen doet God een groot aantal beloften:
- Hij geeft ze voedsel.
- Hij is hen nabij.
- Hij hoort hun hulpgeroep en verlost hen.
- Hij bewaart hen.
De Goddelozen wacht maar een ding: Hij vaagt alle goddelozen weg (v.20).

Vervuld: nee

Nog niet al de beloften aan gelovigen zijn in vervulling gegaan.
De goddelozen zijn nog niet weggevaagd.