Profetie in de Bijbel

Profetie

Farizeeën zullen christenen vervolgen

Mattheüs 23:34-36 | Webmaster3 | ingevoerd: 21-01-2016 | gewijzigd: 21-01-2016
Profeet: Jezus | Geadresseerde: de menigte, de discipelen
Trefwoorden: Jezus, Farizeeën, vervolging

Samenvatting

Jezus zegt dat de Farizeeën de christenen zullen vervolgen en daarvoor gestraft zullen worden.

Bijbeltekst

34 Daarom zie, Ik zend profeten, wijzen en schriftgeleerden naar u toe, en sommigen van hen zult u doden en kruisigen, en sommigen van hen zult u geselen in uw synagogen, en u zult hen vervolgen van stad tot stad,
35 opdat over u al het rechtvaardige bloed zal komen dat vergoten is op de aarde, vanaf het bloed van de rechtvaardige Abel tot het bloed van Zacharia, de zoon van Berechja, die u gedood hebt tussen de tempel en het altaar.
36 Voorwaar, Ik zeg u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht.

Uitleg

In dit hoofdstuk spreekt Jezus tegen de menigte en Zijn discipelen over de Farizeeën. Nadat Hij hun slechte handelen uiteen gezet heeft, komt Hij tot een profetie. Die bestaat uit twee delen:

1. Jezus zal profeten, wijzen en schriftgeleerden naar de Farizeeën sturen (kennelijk gaat het over christenen, want ze worden gestuurde door Jezus). De Farizeeën zullen deze mensen niet warm ontvangen. Ze zullen worden gedood, gekruisigd, gegeseld en vervolgd.
2. De Farizeeën zullen hiervoor gestraft worden: al het rechtvaaardige bloed dat vergoten is op aarde zal over ze komen. Jezus zegt daarna "Al deze dingen zullen komen over dit geslacht". Met "dit geslacht" zou Hij alleen de Farizeeën bedoeld kunnen hebben, maar ook - breder - "dit soort mensen".

Vervuld: gedeeltelijk

1. Vervuld. In het boek Handelingen lezen we hoe de eerste christenen gevangengenomen, vervolgd en gedood werden door joodse religieuze leiders. Een daarvan (Saulus) bekeerde zich en werd later als Paulus een van de belangrijkste verspreiders van het evangelie.
2. Nog niet vervuld. Het oordeel komt nog.

Gerelateerde profetieën

Wie het evangelie brengt, zal vervolgd worden (Mat. 10:16-22)
Wie Jezus wil volgen, moet zijn kruis dragen (Mar. 8:34-38)