Genodigden willen niet naar feestmaal
Profeet: Jezus | Geadresseerde: wetgeleerden en Farizeeën
Trefwoorden: Jezus, maaltijd, Joden
Samenvatting
De genodigden zullen bedanken voor de grote maaltijd. Anderen zullen hun plaats innemen.
Bijbeltekst
16 Maar Hij zei tegen hem: Een zekere man bereidde een grote maaltijd en nodigde er velen.
17 En hij stuurde zijn slaaf eropuit tegen de tijd van de maaltijd om de genodigden te zeggen: Kom, want alle dingen zijn nu gereed.
18 En zij begonnen zich allen één voor één te verontschuldigen. De eerste zei tegen hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet er nodig op uit om die te bekijken. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd.
19 En een ander zei: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga erheen om ze te keuren. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd.
20 En weer een ander zei: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen.
21 En die slaaf kwam terug en berichtte deze dingen aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes boos en zei tegen zijn slaaf: Ga er snel op uit naar de straten en stegen van de stad en breng de armen en verminkten en kreupelen en blinden hier binnen.
22 En de slaaf zei: Heer, het is gebeurd, zoals u bevolen hebt en nog is er plaats.
23 En de heer zei tegen de slaaf: Ga eropuit naar de landwegen en heggen en dwing hen binnen te komen, opdat mijn huis vol wordt.
24 Want ik zeg u dat niemand van die mannen die genodigd waren, mijn maaltijd proeven zal.
Uitleg
Jezus spreekt met wetgeleerden en farizeeën. Nadat hij hen erop wijst nederig te zijn en zich in te spannen voor armen en zwakken (Luc. 14:7-14), zegt een van zijn toehoorders "Zalig is hij die brood zal eten in het Koninkrijk van God". Volgens de HSV Studiebijbel is dit een bekend gezegde, bedoelt om het gesprek op een ander onderwerp te krijgen. Jezus vertelt zijn toehoorders dan dit gedeelte over het feestmaal. Alle genodigden zeggen daarvoor af. Daarop stuurt de heer zijn dienaren er op uit om de armen, verminkten. kreupelen en blinden uit de stad uit te nodigen en daarna ook mensen van daarbuiten. De heer zegt dat van de mensen die oorspronkelijk genodigd waren niemand zijn maaltijd zal proeven. Met de maaltijd bedoelt Jezus waarschijnlijk het Koninkrijk van God. Degenen die oorspronkelijk genodigd waren (de meeste Joden), wijzen het af, waarna God anderen uitnodigt (niet-Joden).
Vervuld: ja
Jezus kwam naar de Joden, maar velen van hem wezen Hem af. In Mat.23:37 zegt Jezus: "Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt wie naar u toe gezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild!" Nadat apostelen de wereld waren ingetrokken, hebben veel niet-joden de boodschap van Jezus wel aangenomen.
Gerelateerde profetieën
De steen die de bouwers verwerpen, wordt een hoeksteen (Ps. 118:22-23)
Jezus zal niet herkend worden als Messias (Jes. 53:1-4)
Verharding over Israël totdat volheid van heidenen is binnengegaan (Rom. 11:25-26)