Profetie in de Bijbel

Profetie

Israël zal Edom aanvallen

Ezechiël 25:12-14 | Webmaster3 | ingevoerd: 12-11-2014 | gewijzigd: 13-07-2015
Profeet: Ezechiël | Geadresseerde: Israël
Trefwoorden: Edom, Esau, oorlog

Samenvatting

Ezechiël profeteert dat Edom gestraft wordt. Het zal door Israël worden aangevallen en een puinhoop worden.

Bijbeltekst

12 Zo zegt de Heere HEERE: Omdat Edom uit enkel wraakzucht gehandeld heeft tegen het huis van Juda en zij een zware schuld op zich hebben geladen door zich op hen te wreken,
13 daarom, zo zegt de Heere HEERE, zal Ik Mijn hand tegen Edom uitstrekken. Ik zal mens en dier daaruit uitroeien en het tot een puinhoop maken, van Teman af. Tot aan Dedan toe zullen zij door het zwaard vallen.
14 Ik zal Mijn wraak op Edom leggen door de hand van Mijn volk Israël. Zij zullen tegen Edom handelen overeenkomstig Mijn toorn en overeenkomstig Mijn grimmigheid. Dan zullen zij Mijn wraak kennen, spreekt de Heere HEERE.

Uitleg

In dit hoofdstuk lezen we hoe verschillende landen gestraft worden voor hun houding tegenover Israël. Edom zal een puinhoop worden en mens en dier worden er uitgeroeid. In vers 14 vertelt God wie de wraak zal voltrekken: "Mijn volk Israël". Belangrijke vraag is: waar ligt Edom? Edom is de streek waar de Edomieten gingen wonen, de nazaten van Esau. De geleerden zijn het erover eens, dat het een streek is ten zuidoosten van het huidige Israël. Op veel kaartjes ligt het in het huidige Jordanië. Volgens Walid Shoebat strekt het gebied zich uit tot ver in Saoedi-Arabië. Hij wijst erop dat de steden Teman en Dedan tegenwoordig in dat land liggen. Kennelijk komt er een tijd dat Israël Saoedi-Arabië aanvalt en deze strijd wint.

Vervuld: nee

Dit is nog niet gebeurd.

Opmerkingen

Walid Shoebat schrijft over de bestraffing van Edom uitgebreid op deze site.

Gerelateerde profetieën

Bileam profeteert dat Jezus de tegenstanders van Israël verslaat (Num. 24:10-25)
Psalm 83 oorlog (Ps. 83)
Edom staat een zeer zware straf van God te wachten (Jes. 34)
Edom wordt een vernietigende slag toegebracht (Jer. 49:7-22)