Profetie in de Bijbel

Profetie

Israël zal weer bewoond worden door joden

Ezechiël 36:1-15 | Webmaster3 | ingevoerd: 27-11-2014 | gewijzigd: 27-06-2015
Profeet: Ezechiël | Geadresseerde: Israël
Trefwoorden: Israël, opbouw

Samenvatting

Ezechiël spreekt een profetie uit over het land Israël. Het zal weer door joden bevolkt worden en de steden worden herbouwd.

Bijbeltekst

1 En u, mensenkind, profeteer tegen de bergen van Israël, en zeg: Bergen van Israël, hoor het woord van de HEERE!
2 Zo zegt de Heere HEERE: Omdat de vijand over u gezegd heeft: Haha! Zelfs de eeuwige hoogten zijn ons tot erfelijk bezit geworden,
3 profeteer daarom, en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Daarom, omdat men u van rondom verwoest en opgeslokt heeft, zodat u een erfelijk bezit werd voor het overblijfsel van de heidenvolken, u over de tong ging en er kwaad gerucht bij het volk was
4 – luister daarom, bergen van Israël, naar het woord van de Heere HEERE. Zo zegt de Heere HEERE tegen de bergen en tegen de heuvels, tegen de waterstromen en tegen de dalen, tegen de verwoeste puinhopen en tegen de verlaten steden, die tot buit en tot een voorwerp van spot geworden zijn voor het overblijfsel van de heidenvolken die rondom u zijn –
5 daarom, zo zegt de Heere HEERE: Voorwaar, in het vuur van Mijn na-ijver heb Ik gesproken tot het overblijfsel van de heidenvolken en tot heel Edom, die zichzelf Mijn land tot erfelijk bezit hebben gegeven met de blijdschap van heel hun hart, met leedvermaak, zodat zijn weidegrond tot buit zou zijn.
6 Profeteer daarom over het land van Israël, en zeg tegen de bergen en tegen de heuvels, tegen de waterstromen en tegen de dalen: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, in Mijn na-ijver en in Mijn grimmigheid heb Ik gesproken, omdat u de smaad van de heidenvolken gedragen hebt.
7 Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Ík heb gezworen: Voorwaar, de heidenvolken die rondom u zijn, zullen zelf hun schande dragen!
8 En u, bergen van Israël, u zult uw takken weer voortbrengen en uw vruchten voor Mijn volk Israël dragen, want zij komen naderbij.
9 Want zie, Ik kom naar u toe, Ik zal Mij naar u toewenden, en u zult bewerkt en bezaaid worden.
10 Ik zal de mensen op u talrijk maken, heel het huis van Israël, in zijn geheel. De steden zullen bewoond en de puinhopen zullen herbouwd worden.
11 Ik zal mens en dier op u talrijk maken, zij zullen talrijk worden en vruchtbaar zijn. Ik zal u doen bewonen als in uw vroegere tijden, ja, Ik zal u meer goeddoen dan in uw begin. Dan zult u weten dat Ik de HEERE ben.
12 Ik zal mensen over u doen lopen, namelijk Mijn volk Israël. Zij zullen u in bezit nemen, u zult voor hen tot erfelijk bezit zijn en u zult hen voortaan niet meer van kinderen beroven.
13 Zo zegt de Heere HEERE: Omdat zij tegen u zeggen: U bent een mensenverslinder, en u bent een land dat uw volken van kinderen berooft,
14 daarom zult u geen mens meer verslinden en uw volken niet meer van kinderen beroven, spreekt de Heere HEERE.
15 Ik zal de smaad van de heidenvolken over u niet meer doen horen en u zult de schande van de volken niet langer dragen. U zult uw volken niet meer doen struikelen, spreekt de Heere HEERE.

Uitleg

Deze profetie is niet aan het volk Israël gericht, maar aan het land. Letterlijk: de bergen, heuvels, waterstromen, dalen, de verwoeste puinhopen en de verlaten steden. In de tijd dat Ezechiël deze profetie opschreef was het land verwoest en waren de joden gedeporteerd naar Babel.

Wat zal er gebeuren?
1 - Israël zal een zelfstandig land worden.
2 - Israël zal weer een vruchtbaar en welvarend land worden (het aantal dieren zal talrijk zijn).
3 - Er zullen veel mensen wonen.
4 - Steden zullen bewoond worden (ook die puinhopen waren).
5 - Heidenen zullen niet meer smadelijk over Israël spreken.
6 - Opmerkelijk zijn de verzen 13 en 14 waar het land een mensenverslinder wordt genoemd en wordt gezien als een rover van kinderen. De Willibrordvertaling legt uit dat Israël en Juda die bijnamen kreeg na de nederlagen die de landen leden en waarbij veel mensen omkwamen. Hier lezen we dus dat er een tijd komt dat zulke vernietigende nederlagen niet meer voor zullen komen.

In vers 9 lezen we dat dit alles geen mensenwerk is. God zegt "Want zie, Ik kom naar u toe, Ik zal Mij naar u toewenden, en u zult bewerkt en bezaaid worden".

Vervuld: ja

Deze profetie is vervuld in de twintigste eeuw. De joden kregen weer hun eigen land en keerden massaal terug naar Israël. De punten 1 tot en met 6 zijn vervuld.
1 - Op op 14 mei 1948 werd Israël een zelfstandig land.
2 - Israël is weer een vruchtbaar land (in tegenstelling tot wat bijvoorbeeld Marc Twain bij zijn reis door het land aantrof).
3 - Het aantal joden in Israël is gestegen van 650.000 op 14 mei 1948 tot meer dan 6 miljoen in 2013.
4 - Op veel plaatsen waar vroeger steden lagen, zijn nieuwe steden verrezen. Vaak dragen die steden historische namen.
5 - Tegenstanders hebben ontzag voor Israël. Al is het alleen maar omdat het een van de sterkste legers van de regio heeft.
6 - Israël is verschillende keren aangevallen, maar nooit vernietigend verslagen.

De profetie lijkt geen betrekking te hebben op de terugkeer van Israël uit de ballingschap. Toen was het volk geen baas in eigen land. Ook hebben in die tijd vele slachtingen onder het volk plaatsgevonden.

Gerelateerde profetieën

De joden zullen, nadat ze gestraft zijn, terugkeren naar Israël (Jer. 32:37-44)
Israël wordt een vruchtbaar land, het volk keert terug (Am. 9:11-15)
Joden uit alle uithoeken van de aarde keren terug naar Israël (Jer. 31:1-9)
God brengt de Joden weer bijeen (Deut. 30:3-5)