Zefanja over de Dag van de HEERE
Profeet: Zefanja | Geadresseerde: Israël
Trefwoorden: oordeel, angst, vernietiging, Zefanja, Dag van de HEERE
Samenvatting
Zefanja beschrijf dat de Dag van de HEERE een dag wordt van angst, verwoesting en duisternis.
Bijbeltekst
hij is nabij en nadert zeer snel.
Hoor, de dag van de HEERE!
De held zal daar bitter schreeuwen!
15 Een dag van verbolgenheid is die dag,
een dag van benauwdheid en angst,
een dag van verwoesting en vernietiging,
een dag van duisternis en donkerheid,
een dag van donkere wolken,
16 een dag van bazuingeschal en krijgsgeschreeuw
tegen de versterkte steden
en tegen de hoge hoektorens.
17 Ik zal de mensen benauwen,
zodat zij zullen gaan als de blinden,
want zij hebben tegen de HEERE gezondigd.
Hun bloed zal uitgegoten worden als stof
en hun lichaam als uitwerpselen.
18 Ook hun zilver, ook hun goud
zal hen niet kunnen redden
op de dag van de verbolgenheid van de HEERE.
Door het vuur van Zijn na-ijver zal heel dit land verteerd worden,
want Hij zal zeker en spoedig een vernietigend einde maken
aan alle inwoners van het land.
Uitleg
Zefanja profeteert over de Dag van de HEERE. Die dag zal God wraak nemen tegen mensen die tegen de HEERE gezondigd hebben.
Zefanja noemt het een dag van:
- angst
- vernietiging
- duisternis
- bazuingeschal
Hij beschrijft dat dit land door het vuur van de na-ijver van de HEERE verteerd wordt.
De omschrijving van Sefanja sluit goed aan op wat de Joël schrijft over deze dag in Joël 2.
Interessant is de oproep die Sefanja doet in het begin van het volgende hoofdstuk. Hij raadt de mensen aan om de HEERE te zoeken, want "misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE".
Vervuld: nee
De Dag van de HEERE is nog niet gekomen.
Gerelateerde profetieën
Joël beschrijft hoe de Dag van de HEERE eruitziet (Jl. 2:1-11)
God komt om de goddelozen te oordelen (Mal. 4:1-3)
Ontkomen aan de Dag van de HEERE is misschien mogelijk (Zef. 2:1-3)
Henoch profeteerde over het oordeel van God (Judas. 1:14-15)
De volken die Israël niet dienen, worden verwoest (Jes. 60:12)
Verdrukkers van christenen worden gestraft (2 Tess. 1:3-12)