Eerste zegel: een ruiter op een wit paard verschijnt
Profeet: Johannes | Geadresseerde: christenen
Trefwoorden: ruiter, paard, zegel, antichrist
Samenvatting
Het Lam opent het eerste zegel en een ruiter op een wit paard verschijnt en trekt uit om te overwinnen.
Bijbeltekst
2 En ik zag en zie, een wit paard, en Hij Die erop zat, had een boog. En Hem was een kroon gegeven en Hij trok uit, overwinnend en om te overwinnen.
Uitleg
In Openbaring 5 lezen we dat Degene Die op de troon zit (God) een boekrol met zeven zegels aan het Lam (Jezus) geeft. In Openbaring 6 worden de zeven zegels verbroken. De verzen 1 en 2 beschrijven wat er gebeurt als het Lam de eerste zegel opent. Johannes hoort een van de dieren die bij de troon van God zijn (Opb.4:7) met een stem als een donderslag zeggen dat hij moet kijken. Johannes ziet een wit paard met iemand erop met een boog.
Wie is de ruiter op het witte paard? Dat is de belangrijkste vraag die opkomt uit deze twee verzen. De makers van de Statenvertaling gingen ervan uit dat het Jezus is. Daarom gebruiken ze hoofdletters in de woorden Hij, Die en Hem. De 'herzieners' van de vertaling hebben de hoofdletters laten staan. Theologen die hier Jezus zien, verwijzen naar Openbaring 19 waar (onmiskenbaar) Jezus op een wit paard, overwinnend over de aarde trekt. Maar gaat het in Openbaring 6 en Openbaring 19 om dezelfde persoon? Er zijn grote verschillen.
- De ruiter in Openbaring 6 draagt één kroon; de ruiter in Openbaring 19 vele diademen.
- De ruiter in Openbaring 6 draagt een boog; de ruiter in Openbaring 19 een zwaard.
- De ruiter in Openbaring 6 overwint, maar die overwinning wordt gevolgd door oorlog, dood en hel; de ruiter in Openbaring 19 overwint en brengt duizend jaar vrede.
Vervuld: nee
Het Lam heeft het eerste zegel nog niet verbroken en de ruiter op het witte paard is nog niet verschenen.
Gerelateerde profetieën
Tweede zegel: vrede wordt weggenomen (Op. 6:3-4)
Derde zegel: economische crisis (Op. 6:5-6)
Vierde zegel: het rijk van de dood (Op. 6:7-8)
Vijfde zegel: christenen zullen gedood worden (Op. 6:9-11)
Zesde zegel: aardbeving, verduisteringen, vallende sterren (Op. 6:12-17)
Zevende zegel: stilte in de hemel (Op. 8:1)