Profetie in de Bijbel

Profetie

Jezus kondigt zijn vertrek aan

Mattheüs 9:14-17 | Webmaster3 | ingevoerd: 15-09-2014 | gewijzigd: 15-09-2014
Profeet: Jezus | Geadresseerde: discipelen
Trefwoorden: Bruidegom, Jezus, vasten

Samenvatting

Jezus kondigt aan dat hij ooit zijn discipelen zal verlaten

Bijbeltekst

14 Toen kwamen de discipelen van Johannes bij Hem en zeiden: Waarom vasten wij en de Farizeeën veel en vasten Uw discipelen niet?
15 Jezus zei tegen hen: De bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen dat de Bruidegom van hen weggenomen zal zijn, en dan zullen zij vasten.
16 Ook zet niemand een lap niet-gekrompen stof op een oud bovenkleed, want de daarop genaaide lap scheurt van het bovenkleed af, en er ontstaat een ergere scheur.
17 Ook doet men geen nieuwe wijn in oude leren zakken; anders barsten de zakken, en de wijn stroomt eruit, en de zakken gaan verloren; maar men doet nieuwe wijn in nieuwe zakken, en beide blijven behouden.

Uitleg

In antwoord op de vraag "waarom vasten uw discipelen niet" laat Jezus weten dat dat nu ongepast is (vers 16,17). Er komt echter een tijd dat Hij niet meer bij zijn discipelen zal zijn. Dan zullen ze vasten. Met het vasten wordt mogelijk de rouw bedoeld na het overlijden van Jezus. Je kunt het ook letterlijk nemen. In Handelingen lezen we verschillende keren dat christenen vasten. Interessant is dat Hij zich hier de Bruidegom noemt. De kerk wordt in Openbaring 19 getoond als de bruid die trouwt met het lam (Jezus).

Vervuld: ja

Jezus is gescheiden van zijn discipelen: hij is gestorven, begraven, opgestaan en naar de hemel gegaan.

Gerelateerde profetieën

Jezus kondigt zijn lijden aan (Mat. 16:21)
Jezus profeteert dat Hij zal lijden en opstaan uit de dood (Mat. 17:1-13)
Jezus kondigt aan hoe Hij gedood zal worden (Mat. 20:17-19)
Jezus zegt dat Hij verraden wordt, zal sterven en zal opstaan (Mat. 17:22-23)
Jezus profeteert over zijn vertrek (Mar. 2:18-22)
Jezus kondigt zijn vertrek aan (Luc. 5:33-39)
Jezus kondigt Zijn lijden, dood en opstanding aan (Mar. 8:31-33)
Jezus vertelt wat met Hem in Jeruzalem zal gebeuren (Luc. 18:31-34)